SV | En gij zult den koning rondom omsingelen, een ieder met zijn wapenen in zijn hand, en hij, die tussen de ordeningen intreedt, zal gedood worden; en zijt gij bij den koning, als hij uitgaat, en als hij inkomt. |
WLC | וְהִקַּפְתֶּ֨ם עַל־הַמֶּ֜לֶךְ סָבִ֗יב אִ֚ישׁ וְכֵלָ֣יו בְּיָדֹ֔ו וְהַבָּ֥א אֶל־הַשְּׂדֵרֹ֖ות יוּמָ֑ת וִהְי֥וּ אֶת־הַמֶּ֖לֶךְ בְּצֵאתֹ֥ו וּבְבֹאֹֽו׃ |
Trans. | wəhiqqafətem ‘al-hammeleḵə sāḇîḇ ’îš wəḵēlāyw bəyāḏwō wəhabā’ ’el-haśśəḏērwōṯ yûmāṯ wihəyû ’eṯ-hammeleḵə bəṣē’ṯwō ûḇəḇō’wō: |
En gij zult den koning rondom omsingelen, een ieder met zijn wapenen in zijn hand, en hij, die tussen de ordeningen intreedt, zal gedood worden; en zijt gij bij den koning, als hij uitgaat, en als hij inkomt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult den koning rondom omsingelen, een ieder met zijn wapenen in zijn hand, en hij, die tussen de ordeningen intreedt, zal gedood worden; en zijt gij bij den koning, als hij uitgaat, en als hij inkomt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!